Najaarssymposium Weer en Water in de Stad

Op 23 november 2018 vond het najaarssymposium. Dit symposium was samen met de Nederlandse Hydrologische Vereniging georganiseerd en had als thema ‘weer en water in de stad’ .

Het spits werd afgebeten door Daniel Goedbloed. Daniel presenteerde het project ‘Amsterdam Rainproof’ waarin Amsterdammers bewust worden gemaakt van de waterrisico’s in de stad. Hoofddoel van het project is een regenbestendig Amsterdam in 2050. Focus ligt op publiek-private samenwerking met als kernvraag ‘hoe zorg je voor regenbestendig handelen op privaat’ terrein en publieke samenwerking waarin wordt geborgd dat (extreme) regen wordt meegenomen in de uitvoering van projecten Amsterdam.

Daarna sprak Gert-Jan Steeneveld, die een overzicht gaf van de meteorologie van de stad. Gert-Jan begon met een korte introductie van het stedelijk hitte-eilandeffect en liet daarna enkele voorbeelden zien van recent wetenschappelijk onderzoek van het hitte in de stad. Voorbeelden waren de ontwikkeling van een Amsterdam Atmospheric Monitoring Supersite, onderzoek naar neerslag in het stedelijk gebied en de ontwikkeling van een gestandaardiseerde stresstest voor hitte.

Vervolgens was Didrik Meijer aan de beurt. Didrik begon met enkele filmpjes waarin voor Washington DC werd aangegeven waar mogelijke problemen met de waterafvoer kunnen optreden bij hevige buien. Een van ‘Hotpots’ bleek ‘the Mall’ te zien, het gebied tussen het Witte Huis en het Capitool. Vervolgens gaf Didrik een overzicht van bestaande modellen om de afvoer via rioleringssystemen te simuleren en hoe lastig het is om deze goed te calibreren tegen metingen.

Als laatste voor de lunchpauze sprak Lisette Klok. Zij vertelde over de praktijkproblemen waar gemeenten tegenaan lopen als zij maatregelen willen nemen om de overlast door hitte tegen te gaan. Lisette heeft samen met haar collega’s de ‘mind-map hitte in de stad’ ontwikkeld waarin alle aspecten van overlast door hitte is samengebracht. Vragen die aan de hand van deze mind-map kunnen worden gesteld zijn: ‘welk aspect is relevant’, ‘welke informatie is nodig’, en ‘wie wordt betrokken’.

Na de lunch was het de beurt aan Patrick Willems, die liet zien dat Vlaanderen kwetsbaar is voor klimaatverandering, met name door de urbanisatie in Vlaanderen en het Vlaamse watertekort. Om de kwetsbaarheid te verminderen zijn basis van het onderzoek van Patrick een aantal maatregelen genomen, zoals bijvoorbeeld een maximum aan de toename van het verhard oppervlak in Vlaanderen (“betonstop”) en een intelligente, klimaatbestendige inrichting van de stad.

Na Patrick gaven Lotte de Vos en Arjan Droste samen een presentatie over het gebruik van gecrowdsourced data in de hydrologie en de meteorologie. Lotte en Arjan lieten zien dat gegevens die burgers verzamelen in hun tuinen en op hun balkons een waardevolle informatie bevatten. Voorwaarde is wel dat deze goed worden gescreend, waarvoor Lotte en Arjan al verschillende technieken hebben ontwikkeld. 

Vervolgens gaf Piet Dircke een overzicht van enkele aansprekende projecten wereldwijd. Eerst enkele Nederlandse voorbeelden zoals de Waalsprong in Nijmegen, en de boulevards van Scheveningen en Katwijk. Uniek aan deze projecten is dat de bescherming tegen hoog water hand in hand gaat met andere belangrijke functies. Vervolgens liet Piet enkele praktijkvoorbeelden uit het buitenland zien, zoals de bescherming van New Orleans na de orkaan Katrina en de bescherming van New York na Sandy.

Als laatste was Hisso Homan aan de beurt. Hij liet zien dat het lastig is om bij voorbaat eenduidige criteria aan te geven voor wanneer er gewaarschuwd moet worden voor hitte en droogte. Hij benadrukte dat goede waarschuwingen mede daardoor alleen kunnen worden afgeven indien de betrokken organisaties intensief samenwerken en overleggen. Hij sloot af met de opmerking dat ook November weer (veel) te droog is.   

Onze sponsoren