ALV & Symposium 27 maart

Voorjaarssymposium ‘In weer en windhinder’


Op 27 maart 2015 stond het thema ‘In Weer en Windhinder’ centraal tijdens het voorjaarssymposium (bij MeteoGroup). Dit jaar hebben de KIVI stuurgroep Windtechnologie en de NVBM de krachten gebundeld om tot een interessant programma te komen. Een viertal sprekers belichten het thema vanuit hun werkveld. Het 50-koppig publiek bestond uit een mengeling van studenten, meteorologen en KIVI-leden.


Als lid van de stuurgroep Windtechnologie legt Carine van Bentum (TNO) de technische achtergrond uit achter de bestaande Europese normen voor windhinder. De sterkte van een bouwconstructie is afhankelijk van de lokale windbelasting. Om windhinder of windgevaar te voorkomen, is bij het plannen van gebouwen het doorrekenen van windbelasting essentieel. Modellen voor windbelasting nemen verschillende factoren mee, o.a. windvlagen, windklimatologie, orografie, en landschapsruwheid. Een uitdaging voor de bouwwereld blijft hoe lokale windmetingen optimaal ingezet kunnen worden om de betrouwbaarheid van bouwconstructies te garanderen. Tot slot legde zij een drietal punten ter discussie voor aan het publiek, die in de pauzes genoeg gespreksstof gaven.


De tweede spreker was Sytse Koopmans van de MeteoGroup. De Meteogroup verzorgt sinds 2008 de windbewaking voor de HSL trein. Sytse beperkte zijn presentatie tot het maken van windwaarschuwingen voor één van de meest kritische punten op het traject: de brug over het Hollandsch Diep. Hoge windsnelheden kunnen gevaar opleveren voor de HSL trein als die 300 km/h voorbij raast. Daarom is de HSL windwaarschuwingsdienst (WWS) is ontwikkeld waar een aantal nabijgelegen windstations de belangrijkste input is. Statistiek zorgt vervolgens voor de vertaling van gemeten windsnelheden en –richting voor een verwachte windstoot op de brug. Zodra de windstoot nabij de kritische windstoot komt, waarschuwt de meteoroloog ProRail, zodat het treinverkeer rekening kan houden met windstoten of zelfs stilgelegd kan worden. Sytse liet tot slot een aantal praktijkvoorbeelden die al dan niet tot het stilleggen van het treinverkeer leidden.


Na de pauze vertelt Ine Wijnant (KNMI) over de huidige KNMI –activiteiten gerelateerd aan windwaarnemingen. O.a. is zij betrokken bij het afleiden van de windklimatologie op 10 m en 60 m hoogte. De 10m referentiewindsnelheden is een basisgegeven voor de berekeningen van lokaal windhinder, maar bevat steeds meer hoge gebouwen zelf. Voor de nieuwe 60m klimatologie op 2,5 bij 2,5 km is er gebruik gemaakt van het weermodel HARMONIE zodat de stabiliteitseffecten en mesoschaalruwheidseffecten in de onderste luchtlagen meegenomen zijn. Ondanks dat weermodellen steeds beter zijn in het invullen van details waar geen metingen zijn, blijven windmetingen essentieel om de modelkwaliteit te beoordelen.


Tot slot neemt Twan van Hooff (KU Leuven en gastonderzoeker aan de TU Eindhoven) het woord om het effect van wind op micrometeorologische schaal te bespreken. CFD simulaties (Computational Fluid Dynamics) geven gedetailleerd weer hoe luchtstromingen rondom gebouwen maar ook door delen van een stad de leefomgeving beïnvloed. Twan laat een aantal voorbeeld zien, zoals de mogelijkheden van aerodynamische dakvorming om windenergie opwekking in gebouwen of ter verbetering van natuurlijke ventilatie in en rond de gebouwen. Ter ondersteuning van CFD maakt hij gebruik van de windtunnel waar de gebouwen op schaal nagebouwd zijn, inclusief omringende gebouwen. Vooral het voorbeeld van de windinvloeden op de luchtkwaliteit in de Amsterdamse Arena met gesloten dak tijdens concerten sprak velen tot zijn verbeelding.


Uit de discussies tijdens de afsluitende borrel bleek dat het met recht een geslaagd symposium was. De sprekers lieten zien dat er voldoende aanknopingspunten zijn tussen de verschillende beroepsgroepen, maar ook dat er nog volop werk aan de winkel is. Onze dank hiervoor.


PDF's ALV & symposium 2015

Bestandsnaam Bestandsgrootte
Geurts.pdf 863.7 kB
VanHooff.pdf 3.4 MB
Wijnant.pdf 6.7 MB

Onze sponsoren